Zwanebloem, Butomus umbellatus, oeverplant met stijve, bajonetachtige bladen en aan de ronde stengeltop in een schermachtige bloeiwijze talrijke bruinrode tot witte bloempjes. Behoort tot de Waterweegbreefamilie.

hierin wordt de herinnering levend gehouden aan de Oostzaandammer familie Zwaardemaker waarvan de leden in de 17e, 18e en 19e eeuw daar hebben gewoond en gewerkt. De naam duidt op een beroep dat zoals wel meer voorkwam (bv. de fam. Haremaker) tot de geslachtsnaam aanleiding gaf. In de 18e en […]

zie Noordervaldeurstraat.

Zonnedauw groeit op vochtige plekken in de weiden waar veenmos welig tiert. De blaadjes zijn met tal van rode tentakels bezet; deze eindigen in een knopje, dat in de zon een kleve- rige vochtdruppel afscheidt, die als een dauwdruppel glinstert. Zet een insekt zich hierop neer, dan blijft het er […]

genoemd naar het tot de Rozenfamilie be- horende Zilverschoon, Potentilla anserina.

In de Zeemansstraat, in 1644 Seemanspadt genoemd zien we weer een samentrekken van twee paden langs een sloot: de noordkant heette Schapenpad (naar de houtzaagmolens het “Jonge Schaap”, “het Witte Schaap”, “het Grote Schaap”, die er in het veld aan stonden. Voor het Zeemanspad werd een nieuw contract, ordre en […]

veel oude paden waren tot ver in het veld doorgetrokken om de daar staande molens en pakhuizen te kunnen bereiken. Ze moesten van tijd tot tijd worden opgehoogd en het meest voorhan- den zijnde materiaal daarvoor was in deze omgeving zaagsel, af- komstig van de vele houtzaagmolens. In de padsreglementen, […]

ook reeds een oud pad waarvan de naamsafleiding niet achterhaald kon worden. In 1722 wordt melding gemaakt van “dordre van ’t pat’. Deze ordre kwam tot nu toe uit de notaris protocollen niet te voorschijn.

over de naamsoorsprong van dit pad, kwam tot nu toe niets aan het licht.